Wiskunde
Huiswerk
Het huiswerk voor wiskunde bestaat meestal uit het maken van opdrachten. Veel mensen denken dat wiskunde een stom en moeilijk vak is. Maar dat hoeft niet. Omdat heel veel mensen het zeggen gaan anderen het ook weer zeggen en blijft dat steeds doorgaan. Omdat er wordt gezegd dat het toch stom is maken sommige mensen hun huiswerk niet. Maar het huiswerk maken is juist het oefenen voor het proefwerk, daar krijg je vaardigheid van en gaat het proefwerk veel beter af. Dus maak nou maar je wiskundehuiswerk. Je kan ook samenwerken, dat is wat gezelliger. Als je je huiswerk gemaakt hebt moet je het controleren met een antwoordenboek. Als je een opdracht fout hebt ga je uitzoeken wat je fout hebt gedaan en vraag je eventueel aan een wiskundedocent hoe je de opdracht moet oplossen (soms staan er ook wel eens fouten in het nakijkboek).
Dus als je goede punten wilt voor wiskunde moet je je huiswerk gewoon maken. Als je goede punten haalt wordt het vanzelf leuker.
Het kan zijn dat je sommige hoofdstukken beter snapt dan andere. Meestal wordt bij wiskunde onderscheid gemaakt tussen algebra (vergelijkingen enz.), meetkunde (figuren) en statistiek(grafieken en diagrammen, kansberekening) en nog een aantal dingen. Het kan zijn dat je meer van de statistieken bent dan van de algebra.
Tijdens de uitleg in de les kan je eventueel aantekeningen maken, van bijvoorbeeld belangrijke formules. Als je een opdracht maakt en je hebt daarbij een formule nodig, schrijf dan eerst de hele formule op en ga dan pas alles invullen. Zo voorkom je slordigheidsfoutjes en leer je de formule beter kennen zodat je die goed weet op het proefwerk.
Het huiswerk voor wiskunde bestaat meestal uit het maken van opdrachten. Veel mensen denken dat wiskunde een stom en moeilijk vak is. Maar dat hoeft niet. Omdat heel veel mensen het zeggen gaan anderen het ook weer zeggen en blijft dat steeds doorgaan. Omdat er wordt gezegd dat het toch stom is maken sommige mensen hun huiswerk niet. Maar het huiswerk maken is juist het oefenen voor het proefwerk, daar krijg je vaardigheid van en gaat het proefwerk veel beter af. Dus maak nou maar je wiskundehuiswerk. Je kan ook samenwerken, dat is wat gezelliger. Als je je huiswerk gemaakt hebt moet je het controleren met een antwoordenboek. Als je een opdracht fout hebt ga je uitzoeken wat je fout hebt gedaan en vraag je eventueel aan een wiskundedocent hoe je de opdracht moet oplossen (soms staan er ook wel eens fouten in het nakijkboek).
Dus als je goede punten wilt voor wiskunde moet je je huiswerk gewoon maken. Als je goede punten haalt wordt het vanzelf leuker.
Het kan zijn dat je sommige hoofdstukken beter snapt dan andere. Meestal wordt bij wiskunde onderscheid gemaakt tussen algebra (vergelijkingen enz.), meetkunde (figuren) en statistiek(grafieken en diagrammen, kansberekening) en nog een aantal dingen. Het kan zijn dat je meer van de statistieken bent dan van de algebra.
Tijdens de uitleg in de les kan je eventueel aantekeningen maken, van bijvoorbeeld belangrijke formules. Als je een opdracht maakt en je hebt daarbij een formule nodig, schrijf dan eerst de hele formule op en ga dan pas alles invullen. Zo voorkom je slordigheidsfoutjes en leer je de formule beter kennen zodat je die goed weet op het proefwerk.
Leren
Als je voor een toets moet leren, kan je eerst al de theorie doornemen. Als je weet dat je sommige dingen nog niet helemaal snapt, kan je extra opgaven maken die in je boek staan.
Opgaven maken die je al eerder had gemaakt maar niet snapte of heel moeilijk vond is goed om de stof te leren.
Een overzicht maken kan ook handig zijn. Bij sommige wiskundemethodes is er een overzicht aan het einde van het hoofdstuk, maar om het nog beter te onthouden kan je het best er zelf een maken. Dit doe je door formules op te schrijven (bijv. discriminant, x-top) en een aantal begrippen waarbij je berekeningen moet uitvoeren (gemiddelde, modus, mediaan).
Als je voor een toets moet leren, kan je eerst al de theorie doornemen. Als je weet dat je sommige dingen nog niet helemaal snapt, kan je extra opgaven maken die in je boek staan.
Opgaven maken die je al eerder had gemaakt maar niet snapte of heel moeilijk vond is goed om de stof te leren.
Een overzicht maken kan ook handig zijn. Bij sommige wiskundemethodes is er een overzicht aan het einde van het hoofdstuk, maar om het nog beter te onthouden kan je het best er zelf een maken. Dit doe je door formules op te schrijven (bijv. discriminant, x-top) en een aantal begrippen waarbij je berekeningen moet uitvoeren (gemiddelde, modus, mediaan).
Formules
Hieronder staan enkele formules die bij meetkunde altijd wel van pas kunnen komen.
Hieronder staan enkele formules die bij meetkunde altijd wel van pas kunnen komen.
Sites
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wiskunde
http://wiskundeacademie.nl dit is een goede site met veel duidelijke filmpjes, ook bij uitleg van methode getal&ruimte http://wiskunde.startpagina.nl
http://nl.wikipedia.org/wiki/Vergelijking_(wiskunde)
Versier je rekenmachine met een mooie grafiek: http://www.talljerome.com/mathnerd.html
Mis je iets/fout gevonden? Geef het hier door.
Als je formules hebt die je belangrijk vindt, stuur ze dan door bij de link hierboven.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wiskunde
http://wiskundeacademie.nl dit is een goede site met veel duidelijke filmpjes, ook bij uitleg van methode getal&ruimte http://wiskunde.startpagina.nl
http://nl.wikipedia.org/wiki/Vergelijking_(wiskunde)
Versier je rekenmachine met een mooie grafiek: http://www.talljerome.com/mathnerd.html
Mis je iets/fout gevonden? Geef het hier door.
Als je formules hebt die je belangrijk vindt, stuur ze dan door bij de link hierboven.