Aardrijkskunde
Leren
Bij aardrijkskunde zijn er verschillende dingen om te leren.
De teksten kan je doorlezen, en doe dat in bijvoorbeeld hoofdstukken of paragrafen. Het is handig om een planner te gebruiken zodat je overzichtelijk hebt staan welke stukken tekst je gaat lezen. Eventueel kan je de tekst ook samenvatten, maar als bijna alles van de tekst belangrijk is, is dat moeilijk te doen. En het kan veel tijd kosten en dat is niet effectief. Wel kan je de dingen die je vaak vergeet opschrijven zodat je er later nog een keer naar kan kijken.
Als je in de les oplet, leer je ook meteen veel. En als de docent iets vaak noemt dan is de kans groot dat dat in het proefwerk komt.
De topo leer je door eerst de plaatsen in volgorde te leren die op het blaadje staat. Daarna ga je iedere keer willekeurig een plaats aanwijzen en zeg je welke het is. Je kan jezelf ook laten overhoren door een vriend(in) of je ouders of broer of zus.
Ook heb je vaak nog begrippen. Het best is om meteen met het moeilijkste te beginnen: van begrip naar definitie. Je kan ook de begrippen en definities in Wrts zetten en dan bijvoorbeeld de stand 'In gedachten' kiezen. Dan zal Wrts het niet fout rekenen als je toevallig een net iets andere formulering gebruikt.
Je kan ook nog even kijken naar de opdrachten die je hebt moeten maken bij de leerstof. Dan zie je iets meer van de toepassing van de stof en ben je iets beter voorbereid op de vragen. Ook kan je sommige opdrachten die je niet helemaal snapte of moeilijk vond nog een keer maken. Zorg er dus wel voor dat je je huiswerk maakt en nakijkt!
Als je alles hebt geleerd kan je vragen gaan maken en beantwoorden. Ook kan je misschien iemand anders overhoren en diegene jou.
Als je een samenvatting maakt, moet je de belangrijke dingen uit de tekst halen. Dat kan je bijvoorbeeld doen aan de hand van de begrippen. Schrijf er ook dingen in die je moeilijk vindt of steeds vergeet. Voorbeelden hoeven er alleen bij als je de stof zonder voorbeeld niet begrijpt.
Bij aardrijkskunde zijn er verschillende dingen om te leren.
De teksten kan je doorlezen, en doe dat in bijvoorbeeld hoofdstukken of paragrafen. Het is handig om een planner te gebruiken zodat je overzichtelijk hebt staan welke stukken tekst je gaat lezen. Eventueel kan je de tekst ook samenvatten, maar als bijna alles van de tekst belangrijk is, is dat moeilijk te doen. En het kan veel tijd kosten en dat is niet effectief. Wel kan je de dingen die je vaak vergeet opschrijven zodat je er later nog een keer naar kan kijken.
Als je in de les oplet, leer je ook meteen veel. En als de docent iets vaak noemt dan is de kans groot dat dat in het proefwerk komt.
De topo leer je door eerst de plaatsen in volgorde te leren die op het blaadje staat. Daarna ga je iedere keer willekeurig een plaats aanwijzen en zeg je welke het is. Je kan jezelf ook laten overhoren door een vriend(in) of je ouders of broer of zus.
Ook heb je vaak nog begrippen. Het best is om meteen met het moeilijkste te beginnen: van begrip naar definitie. Je kan ook de begrippen en definities in Wrts zetten en dan bijvoorbeeld de stand 'In gedachten' kiezen. Dan zal Wrts het niet fout rekenen als je toevallig een net iets andere formulering gebruikt.
Je kan ook nog even kijken naar de opdrachten die je hebt moeten maken bij de leerstof. Dan zie je iets meer van de toepassing van de stof en ben je iets beter voorbereid op de vragen. Ook kan je sommige opdrachten die je niet helemaal snapte of moeilijk vond nog een keer maken. Zorg er dus wel voor dat je je huiswerk maakt en nakijkt!
Als je alles hebt geleerd kan je vragen gaan maken en beantwoorden. Ook kan je misschien iemand anders overhoren en diegene jou.
Als je een samenvatting maakt, moet je de belangrijke dingen uit de tekst halen. Dat kan je bijvoorbeeld doen aan de hand van de begrippen. Schrijf er ook dingen in die je moeilijk vindt of steeds vergeet. Voorbeelden hoeven er alleen bij als je de stof zonder voorbeeld niet begrijpt.